7 tips om de voorjaarsklassiekers te rijden
Wij zijn terug begonnen aan het klassieke voorjaar. Met de Omloop en Kuurne-Brussel-Kuurne hebben we al 2 mooie (semi-) klassiekers achter de rug, maar de mooiste kasseistroken en beklimmingen moeten nog komen voor de echte Flandriens. Wij overlopen een aantal tips en tricks zodat jullie kunnen vlammen tijdens jullie klassieke voorjaar.
Het grootste werk is en blijft natuurlijk vooraf. Je moet ervoor zorgen dat jouw fiets aangepast is aan de kasseien, de grindwegen of de heuvels. Sommige fietsen zijn beter voor het voorjaar, met de lichtere fietsen kan je beter de bergen opzoeken. Maar je kan jouw fiets aanpassen zodat ook jij over de Vlaamse wegen kan dokkeren. Wij nemen jou mee met een aantal praktische tips om voorjaarklassieker-proof te zijn.
1. Brede banden
De meeste fietsen worden tegenwoordig gemaakt met schijfremmen. Hierdoor is er dus ook plek voor bredere banden die ervoor zorgen dat je met meer comfort aan de kasseistroken kan beginnen. De tijd van 23mm banden ligt ondertussen achter ons. Sommige merken zeggen zelfs dat je met een 28mm band tot 80% comfortabeler over de kasseien kan rijden dan met een 23mm-band.
Het voordeel van een bredere band is dat je ook minder kans hebt om stootlek te rijden. Dit zijn de zogenaamde snakebites. In een 28mm band moet de bandenspanning minimum 4,5 bar zijn, bij een 25mm is dit 6 bar en bij 23mm wordt dit al minimaal 7,5 bar!
2. Lagere bandenspanning
Doorgaand op ons vorige punt van bredere banden, hebben we ook minder druk in de banden nodig. Voor een goed comfort op de verschillende kasseistroken zorg je best voor een maximale bandenspanning van 5 of 6 bar. Dit is afhankelijk van je gewicht en bandenbreedte. Er zijn zelfs profs die voor Parijs-Roubaix met 4 bar rijden. Zij hebben natuurlijk wel een materiaalwagen en dure velgen op overschot ter beschikking.
Indien je geen overschot in materiaal hebt dan raden wij je aan om iets meer druk in de banden te steken.
3. Aluminium velgen
Niet enkel de banden en de juiste bandenspanning is belangrijk, ook de velgen zien enorm af van het rijden op kasseien. Je kan daarvoor best voor aluminium velgen kiezen, die zien iets minder af en zullen iets minder snel slijten dan carbon velgen. Daarnaast zijn ze ook nog eens veel goedkoper dan deze van carbon.
4. Stuurlint
Zelfs de keuze van het stuurlint kan hiervoor belangrijk zijn. Sommige linten zijn ondertussen voorzien van een gel die de grote schokken op het stuur en jouw lichaam beter absorbeert. Indien je deze aankoop niet ziet zitten, dan kan je nog steeds een dubbel stuurlint gebruiken.
5. Juist schakelen voor de kasseistroken
Op de kasseien rij je best een groot verzet dat je kan blijven volhouden. Vlak voor dat je jouw kasseistrook gaat oprijden, schakel je best een tand kleiner om zo op de kasseien jouw omwentelingen aan te houden. Van zodra je op kasseien minder omwentelingen draait, dan heb je de kans dat je stilvalt. Het is ook beter om sneller op de kasseistroken te rijden. Zo krijg je het effect dat je vliegt over de kasseien, waardoor je de bubbels en andere hobbels minder gaat voelen.
6. Trainen, trainen en nog eens trainen
De Ronde Van Vlaanderen of Parijs-Roubaix eist van je lichaam veel meer inspanningen dan pakweg de Scheldeprijs. Je hebt heel wat explosiviteit nodig voor de korte steile beklimmingen van de Koppenberg of de Kwaremont. Op de vele kasseistroken ertussen word je stevig door elkaar geschud. Bereid je daarom goed voor op de zwaardere klassiekers door het trainingsvolume en het kasseien rijden op te drijven.
Voor de explosiviteit kan je zelfs op vlakke ritten trainen door om de zoveel tijd bijvoorbeeld om de 20 minuten een spurt te trekken van 100 tot 200 meter. Zo spreek je steeds jouw snelle vezels aan en zal je ook een grote stap zetten naar snelheid en explosiviteit op de verschillende heuvels.
7. Leer afzien
Over kasseien dokkeren is en blijft afzien, je moet kilometers lang stoempen, het tempo behouden en zo ligt de ellendige strook snel achter je.